Hoewel de plaats belangrijk is bij het bewaren van wijn, is temperatuur over het geheel genomen de belangrijkste bewaarfactor. Ook al heb je misschien niet de ideale omstandigheden om wijn te bewaren, toch moet je altijd de optimale temperatuur hebben. De temperatuur bij het bewaren van je wijn is erg belangrijk, want die beïnvloedt de algehele kwaliteit, de smaak en de levensduur van de wijn. De meeste wijnen moeten lange tijd bewaard worden, en daarom is de temperatuur zo ontzettend belangrijk.
De temperatuur voor het bewaren van wijn moet altijd tussen 10 en 19 graden C liggen. Als de wijn in dit bereik bewaard wordt, zal hij zich vrij mooi ontwikkelen. In de dagen vóór de koeling werd wijn in ondergrondse kelders en grotten bewaard. Toen de koeling opkwam, werd dat al snel de gemakkelijkste en meest geprefereerde manier om wijn te bewaren, omdat je er dezelfde gewenste temperatuur mee kon handhaven.
In deze tijd speelt de wetenschap een grote rol bij het maken van wijn. De wetenschap heeft in de loop der jaren bewezen dat veroudering eigenlijk een keten van chemische reacties is die in de loop van de tijd optreden. Afhankelijk van de temperatuur kunnen de chemische reacties goed of slecht zijn. Chemische reacties hebben allemaal unieke energiefactoren waaraan voldaan moet zijn om elke afzonderlijke reactie te laten verlopen. Als de temperatuur niet goed is, zullen de chemische reacties in de wijn niet optreden.
Als wijn in direct zonlicht of op een hete plaats wordt bewaard, kan de temperatuurverhoging een chemische reactie veroorzaken die zowel de smaak als de kwaliteit van de wijn kan schaden. Wijn die door hitte beschadigd is, zal gewoonlijk bruin worden door de oxidatie. Als dit gebeurt, zijn de smaak en de kwaliteit van de wijn niet meer goed. Wijn die door hitte beschadigd is, verliest al zijn smaak en kleur, waardoor hij vrijwel onmogelijk te drinken is – of te verkopen.
Koude temperaturen
Koudere temperaturen daarentegen kunnen het rijpingsproces vertragen, hoewel ze ook kunnen verhinderen dat de wijn de chemische reacties krijgt die hij nodig heeft. Lagere temperaturen kunnen de kwaliteit of de smaak van de wijn niet aantasten, hoewel het niet aan te bevelen is. Alle flessen wijn moeten, tot ze geopend zijn, bewaard worden op een plaats met een temperatuur boven de 10 graden. Op die manier zal de wijn in de juiste bewaartemperatuur zijn en de chemische reacties kunnen krijgen die hij nodig heeft. Een goede wijnkoelkast is hiervoor perfect aangezien je die ook aangenaam kan houden van vochtigheidsgraad.
Je moet geopende flessen in je koelkast bewaren, want de gemiddelde temperatuur is daar normaal 5 a 6 graden. Je moet flessen die je niet geopend hebt niet in de koelkast bewaren, want dan is de temperatuur veel te koud. Als je de bovenstaande tips volgt bij het bewaren van je wijn, zul je merken dat de smaak spectaculair is. Het bewaren van wijn zal altijd de waarde verhogen en de smaak doen toenemen – mits je hem op de juiste manier bewaart.