Wijn wordt gemaakt van veel verschillende druivensoorten. De Vitis vinifera is de overheersende druif. Deze druif wordt bij wet gedefinieerd als een druif met een minimum van 75% tot 85%. Het resultaat dat uit deze druivensoorten voortkomt, is een varietal. Deze soort wijn is bij de mensen bekend als de Chardonnay, Merlot, of de Pinot Noir. De gebieden in de wereld waar deze druiven worden verbouwd zijn streken als de Rhônevallei en Bordeaux.
Wijnen worden niet altijd van dezelfde druivensoort gemaakt. Ze kunnen afkomstig zijn van hetzelfde oogstjaar, maar van verschillende soorten. Wanneer twee druivensoorten gekruist worden heet dat een hybride genoemd. De Concord druif is een hybride druif die afkomstig is van verschillende soorten druiven, zoals de Vitis labrusca, Vitis rupestris, Vitis aestivais, Vitis, riparia, en de Vitis fotundiafolia. Deze druiven worden vooral in Noord-Amerika verbouwd voor algemene ‘consumptie’. Er worden veel voedingsmiddelen van deze druiven gemaakt, waaronder dingen als gelei, jam, druivensap, en soms zelfs wijn.